Het Begijnhofmuseum mag fier zijn op zijn prachtige collectie. Zo is de 16de eeuwse professionale met gregoriaanse gezangen erkend als Vlaams Topstuk.

Vorige week kon opnieuw een uniek stuk worden toegevoegd aan deze collectie. Het gaat om een gedicht (een lofdicht) dat in 1685 geschreven werd ter ere van de professie van Ælisabeth Van Acker.
Het gedicht moest haar intrede in het begijnhof luister bijzetten.

Het gedicht werd door Paul Knops van de Vrienden van het Begijnhof gevonden in het Rijksarchief Antwerpen. “Toen de Vrienden voorstelden om een facsimile te laten maken en tentoon te stellen in ons Begijnhofmuseum, heb ik meteen aangedrongen op de restauratie van het origineel. De dienst Behoud & Beheer van onze musea heeft daarvoor de nodige knowhow in huis,” zegt schepen van cultuur Astrid Wittebolle. “Het gedicht is nu in bruikleen gegeven zodat we het nu permanent kunnen tonen aan het publiek.”

Astrid Wittebolle over het belang van ons erfgoed "Als we vergeten wie we waren, hoe het er hier vroeger uitzag en aan toeging, dan varen we stuurloos."

Op de persconferentie ter gelegenheid van de ‘thuiskomst’ van het gedicht was ook de Algemene Rijksarchivaris Johan Dambruyne aanwezig. Astrid Wittebolle: “Telkens we erin slagen om zo'n kostbaar historisch erfgoed uit onze stad op te sporen en hier opnieuw te tonen en te bewaren, herinner ik me weer dat zorgen voor de stad van vandaag ook zorgen voor de stad van gisteren is. Als we vergeten wie we waren, hoe het er hier vroeger uitzag en aan toeging, dan varen we stuurloos.”