Herziening meerjarenplanning maakt ambities mogelijk

12 December 2023

Herziening meerjarenplanning maakt ambities mogelijk

De aanpassing van het meerjarenplan gebeurt minstens één keer per jaar. Zo kan het stadsbestuur de resultaten van de vastgestelde jaarrekening van het vorige boekjaar in de budgetten verwerken. Deze jaarlijkse oefening neemt daarvoor alle kredieten in beschouwing, dus ook wat er voor volgend jaar geregistreerd is. In functie daarvan worden de ramingen voor de resterende tijd tot 2025 bijgesteld.

Het meerjarenplan en de vastgestelde kredieten tonen aan dat Turnhout een financieel gezonde stad is. De autofinancieringsmarge is positief in 2026 en het exploitatie-overschot komt uit op 6 miljoen euro. Tegelijkertijd voorzien we in 2024 en 2025 wel extra uitgaven en gaat ook het investeringsvolume de komende jaren aanzienlijk naar omhoog.

Gunstig budgettair resultaat

'172 000 euro wordt voorzien voor aanleg van warmtenetten, zo maken we onze klimaatambities waar', vertelt schepen Astrid Wittebolle

Voor 2024 rekenen we meer bepaald op 134 miljoen euro aan exploitatie-uitgaven en in 2025 schrijven we hiervoor 132 miljoen euro in. Daarin zit het jaarlijkse budget om aan de speerpunten van ons beleid te werken – onder meer door de inzet van ons personeel – en verder bijvoorbeeld ook 82 500 euro voor het Stoeberfestival. Daar maken we op algemeen verzoek een vaste waarde van in ons vrijetijdsaanbod. Verder voorzien we tot 2025 ook middelen om onze stad duurzamer te maken met onder meer 172 000 euro voor de aanleg van warmtenetten en is er elk jaar 90 000 euro geraamd voor de ondersteuningsregeling voor extra private kinderopvangplaatsen.

'90 000 euro elk jaar voor het creëren van bijkomende kinderopvang, zal helpen de grote nood aan bijkomende opvangplaatsen te verhelpen', zegt Jeff Dierckx

Deze uitgaven compenseert het lokaal bestuur trouwens aan de inkomstenzijde met allerlei subsidies. Deze middelen ontvangt Stad Turnhout bijvoorbeeld ook voor de realisatie van het beleidsplan musea. Het jaarlijkse bedrag van 147 500 euro daarvoor staat zowel ingeschreven bij de inkomsten als de uitgaven. De personenbelastingen en de onroerende voorheffing worden bovendien niet verhoogd, niettegenstaande een grote optimalisatieoefening die het stadsbestuur voert om de exploitatie haalbaar te houden. Onder meer daardoor blijft het budgettair resultaat dus gunstig met het oog op 2026.

Financiële slagkracht

Aan de investeringskant is in het meerjarenplan anderzijds een bedrag van 109 miljoen euro ingeschreven. Voor 2024 worden deze uitgaven geraamd op 29 miljoen euro. Op dit moment ronden we meerdere investeringsprojecten af, zoals het nieuwe buurthuis aan de Merodelei, de vernieuwing van verschillende straten en allerlei werken aan het stadspatrimonium. Daarvoor trekken we nu extra middelen uit. Verder staan komend jaar ook de omvorming van de voormalige Kerk Parkwijk tot klaslokalen op de planning en voorzien we bijkomende investeringen voor het sportcomplex van Campos, het buurthuis Globetrotter in de Otterstraat, de Kunstencampus op Turnova, de begijnhofsite en de Nazarethkapel aan het kerkhof. De aankoop van nieuwe ontwikkelingssites, zoals zopas voor de zone aan de Begijnenstraat, moet ons bovendien toelaten om de ontwikkeling van onze stad op lange termijn mee te sturen.

 

Voor deze noodzakelijke investeringen worden enkele extra leningen opgenomen. Concreet evolueren we in 2026 zo naar een schuldgraad van 1 291 euro per inwoner. Dat cijfer ligt in lijn met andere centrumsteden. Bovendien bewijst onze gunstige autofinancieringsmarge dat we deze leningen perfect kunnen aflossen, onder meer met de investeringssubsidies die eveneens stijgen. We hebben met andere woorden ook de komende jaren genoeg slagkracht om onze beleidsambities te realiseren zonder dat we onze financiële toekomst in het gedrang brengen. Dat toont aan dat we deze legislatuur een verantwoord budgettair beleid hebben gevoerd. En daar plukken we nu de vruchten van. Tegelijkertijd zullen we ook in de toekomst voldoende aandacht moeten schenken aan onze financiële planning, zeker met het oog op de stijgende pensioenkosten.